Aan het begin van het stuk wordt Maria afgebeeld als een timide en gemakkelijk te beïnvloeden persoon die vatbaar is voor manipulatie. Ze aarzelt aanvankelijk om zich uit te spreken over de beschuldigingen van hekserij, maar geeft uiteindelijk toe aan de druk van haar mede-aanklagers en begint namen te noemen, waaronder John Proctor, een van de hoofdpersonen van het stuk.
Naarmate de beproevingen vorderen, voelt Mary zich steeds ongemakkelijker bij de situatie en begint ze haar eigen daden in twijfel te trekken. Ze besluit uiteindelijk haar getuigenis in te trekken, waardoor ze het risico loopt zelf beschuldigd te worden van hekserij. Ondanks dit risico is Mary vastbesloten het juiste te doen en besluit ze de waarheid te vertellen, ook al betekent dit dat ze haar eigen leven op het spel moet zetten.
In de slotscènes van het stuk wordt Mary berecht wegens hekserij. Ondanks de pogingen van John Proctor en anderen om haar te verdedigen, wordt ze schuldig bevonden en ter dood veroordeeld. Voordat haar executie kan plaatsvinden, weet ze echter te ontsnappen met de hulp van John Proctor en zijn vrouw Abigail.
Uiteindelijk overleeft Mary Warren de heksenprocessen in Salem en kan ze Salem verlaten, waardoor ze ontsnapt aan de dreiging van executie en de onderdrukkende sfeer van de stad. Ze fungeert als een symbool van hoop en verlossing in het stuk, omdat ze in staat is haar angst te overwinnen en op te komen voor het goede, zelfs als er sprake is van groot gevaar.