• “O jonge Lochivar”
• “Hij kwam als de bliksem in geluid en commotie”
Metafoor:
• “Hij kwam als een dief in de nacht”
• “Hij bleef als een huis”
Personificatie:
• “De bruid kuste de beker; de ridder nam het op”
• “Het mos rees uit de rots terwijl ze voorbij galoppeerden”
Hyperbool:
• “Hij rende met ratelende snelheid naar het kasteel”
• “Hij bleef als een huis”
Assonantie:
• “Met velen een lichte voet in een lichte schoen”
• “Op zoek naar de bruid van Harden Braes”
Consonantie:
• “Hij rende met ratelende snelheid naar het kasteel”
• “De bruid kuste de beker; de ridder nam het op”