1) "Sneller dan schaduwen op een zonnig veld."
(Act 2, Scène 2)
2) "Zo waar als het meest ware paard, dat zou toch nooit moe worden."
(Act 2, Scène 1)
3) "Net zo slecht als zijn vrouw."
(Act 3, Scène 2)
4) "Zo snel als molenstenen slaan."
(Act 3, Scène 1)