Door John Idris Jones
Hij kent de uitweg,
De paden, kortere wegen en gaten.
Hij houdt niet van wegen
Of rijstroken, maar geeft de voorkeur
Het kreupelhout, de ruige hellingen,
De rotsachtige bergkammen, de sponsachtige mossen.
Zijn stem is een schril alarm
Dat doorboort de lucht
Om de indringer te waarschuwen.
Niemand hoeft hem te storen
Op zijn eigen heide.
Hij is klein,
En hij kan niet vliegen
Voor elke afstand,
Maar zijn benen zijn sterk
En hij maakt het goed
Vanwege zijn gebrek aan vleugels
Met zijn snelheid en behendigheid.
Daar zit hij
Op een lage tak
Naar de wereld gluren
Met zijn kraaloogjes
En zijn lange klauwen die de bast vasthielden,
Een perfect beeld van wild alarm,
De alerte bewaker
Van Examentijd Heath.