Arts >> Kunst en amusement >  >> Boeken >> Poëzie

Een analyse van Shakespeares gedicht Fear No More?

In zijn gedicht "Fear No Death" onderzoekt William Shakespeare thema's als sterfelijkheid, verdriet en de geruststellende kracht van de natuur. Het gedicht is een uitgebreide metafoor waarin de dood wordt gepersonifieerd als een zachte slaap of rust, en de spreker gebruikt levendige beelden en taal om het idee over te brengen dat er niets te vrezen valt aan de dood.

De eerste paar regels vestigen de centrale verwaandheid van het gedicht:

Vrees niet langer de hitte van de zon

Noch de woedende winterwoede;

Gij hebt uw wereldse taak volbracht,

Huiskunst is verdwenen, en uw loon is:

De spreker richt zich rechtstreeks tot de overledene en spoort hen aan niet meer bang te zijn voor de hitte van de zon of de woede van de winter. Deze fysieke elementen, die ongemak of pijn in het leven kunnen veroorzaken, zijn niet langer zorgen voor de persoon die is overleden.

Het gedicht vervolgt en benadrukt het idee van de dood als een vreedzame verlossing van de lasten van het leven:

Gouden jongens en meisjes moeten allemaal,

Kom als schoorsteenvegers tot stof.

Hier maakt Shakespeare een vergelijking tussen mensen met rijkdom en privileges (gouden jongens en meisjes) en schoorsteenvegers, die vaak uit lagere sociaal-economische klassen komen. De zin impliceert dat de dood een gelijkmaker is, aangezien deze voor iedereen geldt, ongeacht hun status of omstandigheden.

Deze universaliteit van de dood wordt versterkt door het gebruik door de spreker van ‘alles’ en de verwijzing naar ‘stof’, wat suggereert dat iedereen, hoe hoog of laag ook, uiteindelijk naar de aarde terugkeert. De beeldtaal van het gedicht suggereert ook dat de dood een natuurlijk proces is, zoals de vallende bladeren die in de zin worden genoemd:

En laat de wereld over aan de duisternis en aan mij.

Het gebruik van 'en' door de spreker verbindt zichzelf met de natuurlijke wereld, wat impliceert dat hun eigen leven verbonden is met de cyclus van leven en dood.

In de laatste strofe verandert het gedicht van toon en wordt het persoonlijker naarmate de spreker zich rechtstreeks tot de "genoten van klei" richt:

Vrees niet meer de frons van de groten,

Gij zijt voorbij de slag van de tiran;

Geef er niet meer om om je te kleden en te eten;

Voor u is het riet als de eik:

De spreker verzekert de overledenen dat ze zich niet langer zorgen hoeven te maken over de meningen van de machtigen (frons van de groten) of de beperkingen van de maatschappelijke hiërarchie. Ze hebben geen behoefte aan voedsel, kleding en onderdak, en het idee dat het riet zo sterk is als de eik suggereert dat zelfs de zwaksten gelijk worden gemaakt in de dood.

"Fear No More the Heat o'the Sun" eindigt met een echo van de openingsregels, maar met een kleine variatie:

Rust, rust nu in vrede;

De dood zij u als de slaap.

Hier versterkt de spreker het idee van de dood als een vredige rust en biedt hij een laatste zegen aan, waarbij hij de overledene een rustgevende en vredige ‘slaap’ in de dood wenst.

Door zijn rijke symboliek, beeldspraak en poëtische taal biedt ‘Fear No More the Heat o’ the Sun’ een geruststellend perspectief op de dood, waarbij het wordt gepresenteerd als een natuurlijk onderdeel van de levensreis en een kans om te worden bevrijd van de lasten en zorgen van het sterfelijk leven. .

Poëzie

Verwante categorieën