Hier zijn een paar belangrijke aspecten van de verteller in poëzie:
1. Standpunt:Het perspectief van de verteller bepaalt het standpunt van waaruit het gedicht wordt verteld. Het kan een eerste persoon zijn (waarbij de verteller spreekt als 'ik'), een tweede persoon (waarbij de lezer rechtstreeks wordt aangesproken met 'jij') of een derde persoon (waarbij de verteller gebeurtenissen of gedachten beschrijft vanuit een extern gezichtspunt).
2. Stem en toon:De stem en toon van de verteller geven de algemene stemming en houding van het gedicht weer. De toon kan serieus, humoristisch, satirisch, elegisch of iets daartussenin zijn, en weerspiegelt de emoties en houding van de verteller ten opzichte van het onderwerp.
3. Betrouwbaarheid:De betrouwbaarheid van de verteller is een belangrijke overweging. Presenteert de verteller een betrouwbaar verhaal, of zijn er elementen van vooringenomenheid, overdrijving of ironie die de interpretatie van de lezer beïnvloeden?
4. Karakterisering:Als de verteller een fictieve persona is, kunnen deze kenmerken, motivaties en relaties hebben die het verhaal en de thema's van het gedicht vormgeven.
5. Betrokkenheid bij de lezer:De verteller kan de lezer rechtstreeks aanspreken, waardoor een gevoel van intimiteit en verbondenheid ontstaat, of hij kan een meer afstandelijke, observerende benadering hanteren.
Voorbeelden van opmerkelijke vertellers in poëzie:
- In "The Raven" van Edgar Allan Poe is de verteller een radeloze en slapeloze persoonlijkheid die een mysterieuze pratende raaf hallucineert.
- In "The Road Not Taken" van Robert Frost reflecteert de verteller op een persoonlijke keuze die hij heeft gemaakt tijdens het kiezen tussen twee paden in het bos.
- In "I Wandered Lonely As a Cloud" van William Wordsworth beschrijft de verteller een eenzame ervaring in de natuur, waarbij hij zijn emoties en gedachten overbrengt.
Door de rol van de verteller te begrijpen, kunnen lezers de inhoud van het gedicht interpreteren en de beoogde betekenis en het perspectief van de auteur begrijpen.