1. Invloed van de Kerk :De officiële religie van Engeland in deze periode was het protestantisme, en veel protestantse hervormers geloofden dat heksen een bondgenootschap hadden gesloten met de duivel. De Bijbel werd letterlijk geïnterpreteerd en passages waarin sprake was van hekserij, zoals Exodus 22:18, werden als bewijs van het bestaan ervan beschouwd.
2. Demonologie :Demonologie, de studie van demonen en hun activiteiten, was in deze tijd een prominent studiegebied, en veel geleerden geloofden dat heksen in communicatie stonden met boze geesten. Boeken als "Malleus Maleficarum" (De Hamer van Heksen), gepubliceerd in 1486, gaven gedetailleerde verslagen van hekserij en methoden om vermoedelijke heksen te identificeren en te vervolgen.
3. Politieke en sociale onrust :Het Elizabethaanse tijdperk was een periode van aanzienlijke sociale en politieke onrust, met religieuze conflicten, economische ongelijkheden en oorlogen. Heksen werden vaak gezien als zondebokken voor deze kwesties, en beschuldigingen van hekserij konden worden gebruikt om persoonlijke rekeningen te vereffenen of waargenomen bedreigingen te elimineren.
4. Angst en bijgeloof :Wijdverbreid bijgeloof en angst voor het onbekende heersten in de Elizabethaanse samenleving, en veel mensen geloofden oprecht in het bestaan van bovennatuurlijke krachten en hekserij. Het geloof in heksen werd versterkt door verhalen, folklore en geruchten die van generatie op generatie werden doorgegeven.
5. Hekserij als misdaad :De Witchcraft Act van 1563 en de Witchcraft Act van 1604 maakten hekserij tot een ernstig misdrijf waarop de doodstraf stond. Dit wettelijke kader legitimeerde de vervolging van vermoedelijke heksen verder en voedde de angst en hysterie rond hekserij.
6. Wetenschappelijke kennis :Elizabethaans Engeland was een tijd van transitie in wetenschappelijke kennis, en veel mensen hadden nog steeds overtuigingen gebaseerd op middeleeuwse scholastiek en traditionele kennis. Het begrip van natuurlijke verschijnselen was beperkt, en gebeurtenissen die niet gemakkelijk konden worden verklaard, werden vaak toegeschreven aan hekserij.
7. Medische overtuigingen :De medische kennis van die tijd was primitief, en ziekten en tegenslagen die niet door natuurlijke oorzaken konden worden verklaard, werden vaak toegeschreven aan hekserij. Sommige individuen werden ervan beschuldigd kwaadaardige magie te gebruiken om anderen schade toe te brengen.
8. Geslachtsrollen :Vrouwen waren in deze periode bijzonder kwetsbaar voor beschuldigingen van hekserij. Als gevolg van maatschappelijke vooroordelen was de kans groter dat vrouwen die sterke persoonlijkheden vertoonden of niet-traditionele rollen vervulden, het doelwit van heksen waren.
Het is belangrijk op te merken dat niet iedereen in het Elizabethaanse Engeland in heksen en hekserij geloofde, maar de combinatie van religieuze, culturele en sociale factoren creëerde een omgeving waarin dergelijke overtuigingen breed gedragen en gesteund werden door zowel de kerk als de staat.