1. “Wat gebeurt er met een uitgestelde droom?”
“Droogt het op?
als een rozijn in de zon?”
De vergelijking van een uitgestelde droom met een rozijn die opdroogt in de zon is een vergelijking.
2. “Misschien zakt het gewoon door
als een zware last.”
De vergelijking van een uitgestelde droom met een zware last is een andere vergelijking in het gedicht.
3. "Of ontploft het?"
“Als een bom?”
De vergelijking van een uitgestelde droom met een ontploffende bom is de derde vergelijking in het gedicht.
4. “Of stinkt het naar rot vlees?”
‘Of korst en suiker erover –
als een stroperig snoepje?”
De vergelijking van een uitgestelde droom met rot vlees is de vierde vergelijking in het gedicht. De vergelijking van een uitgestelde droom met het veranderen in iets zoets maar niet gezonds, zoals stroperig zoet, is een ander voorbeeld van vergelijking in het gedicht.