Waar gaat WB Yeats gedicht Een gek meisje over?
Het gedicht gaat over een jonge vrouw die gelooft dat ze een zwaan is. Ze wordt beschreven als ‘verwilderd’ en ‘bleek’, en ze lijkt in een staat van grote opwinding en verwarring te verkeren. Ze dwaalt door het bos en roept de zwanen toe in een ‘wilde, verre schreeuw’ die zowel ‘lief’ als ‘verschrikkelijk’ is. Er wordt ook beschreven dat ze een “gekke blik in haar ogen” heeft, en er wordt gezegd dat ze “halfdood” is. Het gedicht suggereert dat de jonge vrouw aan een of andere vorm van geestesziekte of waanzin lijdt, en dat ze geen onderscheid kan maken tussen realiteit en fantasie. De zwanen die ze roept kunnen haar verlangen naar vrijheid of transcendentie vertegenwoordigen, of ze kunnen gewoon een verzinsel zijn. Het gedicht eindigt met de jonge vrouw die op de grond ligt en de zwanen die van haar wegvliegen. Dit suggereert dat ze de hoop heeft opgegeven ooit te vinden wat ze zoekt, en dat ze zich bij haar lot heeft neergelegd.