De spreker begint met een beschrijving van de fysieke schoonheid van de vrouw, waarbij hij haar vergelijkt met een ‘donkere roos’ en een ‘donkere parel’. Hij drukt vervolgens zijn verlangen naar haar uit, maar erkent dat hun relatie door de samenleving verboden is. Hij klaagt:'We zijn niet vrij om lief te hebben zoals anderen dat doen.'
De spreker onderzoekt vervolgens het conflict tussen zijn liefde voor de vrouw en zijn raciale identiteit. Hij heeft het gevoel dat hij niet zowel een zwarte man als een minnaar van een blanke vrouw kan zijn. Hij zegt:"Ik ben een gekleurde man, en ik weet / dat ik nooit jouw echtgenoot kan zijn."
Uiteindelijk besluit de spreker de vrouw te verlaten, in de overtuiging dat dit de enige manier is om haar te beschermen tegen de vooroordelen en discriminatie die met hun relatie gepaard zouden gaan. Hij zegt:"Ik ga weg, om heinde en verre rond te dwalen, / en je gezicht nooit meer te zien."
'Romance' is een krachtige verkenning van de complexiteit van liefde, ras en identiteit. McKay's gedicht geeft stem aan de ervaringen van zwarte mannen en vrouwen in een raciaal gescheiden samenleving, en daagt conventionele ideeën over liefde en relaties uit.