1. Vergelijking:
- "Als twee domme standbeelden staan we"
- "En blindelings rondtasten met onze handen"
- "Hij is een schaduw op mijn blinde weg"
2. Metafoor:
- "We zijn niet verhuisd, behalve om uit elkaar te gaan"
3. Personificatie:
- "De jaren liggen opeengestapeld om ons heen"
- "De stilte groeit en groeit tussen ons"
4. Alliteratie:
- "Als twee domme standbeelden"
- "En blindelings rondtasten met onze handen"
- "De jaren liggen opeengestapeld om ons heen"
5. Enjambement:
- "Hij is een schaduw op mijn blinde weg,/Blind als ik ben, en struikelend op zijn spoor"
6. Retorische vragen:
- "Wat kunnen we doen?"
- "Wat hebben we gedaan?"
Deze stijlfiguren creëren samen een levendig en emotioneel portret van een gespannen vader-zoonrelatie. De vergelijkingen en metaforen benadrukken het gevoel van afstand en scheiding tussen de twee personages, terwijl de personificatie en alliteratie diepte en textuur aan de beelden toevoegen. De enjambementen en retorische vragen creëren een gevoel van urgentie en frustratie en weerspiegelen de spanning en het conflict dat bestaat tussen vader en zoon. Over het geheel genomen vergroot het bekwame gebruik van stijlfiguren in "Father to Son" de emotionele impact van het gedicht en brengt het de complexe dynamiek van de relatie tussen de twee personages over.