* Beschouwd als de 'Vader van de sociologie'.
* Eerste filosoof die deze term gebruikte voor de wetenschappelijke studie van sociale fenomenen.
* Grondlegger van het positivisme, dat benadrukte dat betrouwbare empirische gegevens de basis van alle kennis zouden moeten zijn.
* Benadrukt dat de samenleving volgens dezelfde principes werkt als de natuurlijke wereld en daarom op een vergelijkbare wetenschappelijke manier bestudeerd zou kunnen worden.
* Suggereerde dat het menselijk intellect drie verschillende fasen doorloopt:
- Religieuze of theologische fase
- Metafysisch of abstract stadium
- Wetenschappelijke of positivistische fase
* Geloofde dat de samenleving ook op een ordelijke en progressieve manier evolueert. Zijn Wet van Drie Stadia weerspiegelt zijn evolutionaire visie:
- Theologisch
- Metafysisch
- Positief