1. Nadruk op zinvol leren:
* Ausubel: Bepleit voor zinvol leren, waarbij nieuwe informatie verbonden is met bestaande kennistesturen ("geavanceerde organisatoren" genoemd).
* bruner: Geloofde dat leren zinvol en relevant zou moeten zijn voor de eerdere ervaringen van de leerling. Hij benadrukte het belang van 'ontdekkings leren', waarbij studenten hun eigen begrip construeren door exploratie en onderzoek.
2. Belang van voorkennis:
* Ausubel: Voorkennis is cruciaal voor zinvol leren. Advance -organisatoren helpen studenten om relevante voorkennis te activeren en een kader voor nieuwe informatie te creëren.
* bruner: Het was eens dat voorkennis essentieel is voor het begrijpen en benadrukte dat leren voortbreekt op bestaande schema's.
3. Focus op cognitieve processen:
* Ausubel: Benadrukte de rol van cognitieve processen zoals ontvangst, organisatie en integratie in het leren. Hij concentreerde zich op hoe individuen begrijpen en informatie verwerken.
* bruner: Evenzo was Bruner geïnteresseerd in hoe individuen denken en leren, en benadrukte hij de ontwikkeling van cognitieve vaardigheden zoals probleemoplossing en kritisch denken.
4. Nadruk op actief leren:
* Ausubel: Hoewel Ausubel zich concentreerde op zinvolle receptie leren, erkende hij wel dat actieve betrokkenheid bij het leerproces gunstig was.
* bruner: Sterk bepleit voor actief leren, waarbij studenten actief deelnemen aan het leerproces, verkennen, experimenteren en hun eigen begrip construeren.
5. De rol van de leraar:
* Ausubel: De leraar beschouwde als een facilitator van leren, het bieden van structuur en ondersteuning voor zinvol leren.
* bruner: Zag de leraar als gids en facilitator, waardoor een ondersteunende omgeving werd gecreëerd voor ontdekking en verkenning.
Belangrijkste verschillen:
Ondanks deze overeenkomsten verschilden de theorieën van Ausubel en Bruner in hun focus:
* Ausubel: Benadrukte de receptie en organisatie van informatie, gericht op hoe individuen nieuwe kennis assimileren in bestaande cognitieve structuren.
* bruner: Gericht op de cognitieve processen die betrokken zijn bij ontdekking en probleemoplossing, met de nadruk op het belang van actief leren en exploratie.
Samenvattend deelden zowel Ausubel als Bruner de nadruk op zinvol leren, het belang van voorkennis en de rol van cognitieve processen bij het leren. Hun theorieën verschilden echter in hun focus, waarbij Ausubel zich richtte op de receptie en organisatie van informatie, en Bruner benadrukte het belang van actief leren en ontdekken.