* "De ogen van mijn meesteres lijken in niets op de zon." (Act II, Scène ii, regel 15)
* "Dit is de vijand van de slagman, de vijand van uw vijand." (Act III, Scène i, regel 142)
* "Ik leg mijn hoofd in uw schoot." (Act IV, Scène i, regel 83)
* "Maar zacht, welk licht breekt daar door het raam?" (Act II, Scène ii, regel 2)