Antigone wordt gedreven door haar sterke gevoel van familieloyaliteit en haar religieuze overtuigingen, die haar ertoe dwingen haar broer Polynices te begraven, ondanks Creons edict daartegen. Ze gelooft dat haar plicht jegens de ziel van haar broer zwaarder weegt dan de wetten van de staat. Creon daarentegen vertegenwoordigt het gezag van de staat en het belang van het handhaven van orde en stabiliteit in de samenleving. Hij gelooft dat zijn wetten moeten worden nageleefd en dat de acties van Antigone een bedreiging vormen voor zijn gezag en de eenheid van Thebe.
Het conflict tussen Antigone en Creon weerspiegelt ook het bredere thema van het stuk, namelijk de spanning tussen het individuele geweten en de eisen van de samenleving. Antigone's acties worden geleid door haar persoonlijke morele code, terwijl Creon zich richt op het grotere goed van de stad. Het stuk roept vragen op over de mate waarin individuen de wetten en normen van de samenleving moeten gehoorzamen, zelfs als deze in strijd zijn met hun eigen overtuigingen en waarden.
Uiteindelijk is het conflict tussen Antigone en Creon een tragische botsing tussen twee goedbedoelde maar uiteindelijk onverenigbare perspectieven. Door hun interacties en de gevolgen waarmee ze worden geconfronteerd, nodigt de auteur ons uit om na te denken over de complexiteit en uitdagingen van morele besluitvorming, de aard van rechtvaardigheid en autoriteit, en de strijd om persoonlijke waarden in evenwicht te brengen met het algemeen welzijn.