Wie was er in de 19e eeuw tegen matigheid?
Over het algemeen was de kans groter dat de politieke en economische elite, kooplieden en sommige arbeiders in de 19e eeuw anti-matigheid waren. Veel van deze groepen waren tegen matigheid omdat ze geloofden dat dit hun zakelijke belangen zou schaden. Kooplieden die alcohol verkochten, vreesden bijvoorbeeld dat de matigheidswetten tot een daling van de verkoop zouden leiden, terwijl sommige arbeiders zich zorgen maakten dat matigheid tot banenverlies in de alcoholindustrie zou leiden. Bovendien waren sommige politieke en economische elites tegen matigheid omdat zij geloofden dat dit in strijd was met het principe van individuele vrijheid.