1. Bescherming: Shakespeare's carrière als toneelschrijver begon tijdens het bewind van koningin Elizabeth I, die een groot beschermheer van de kunsten was. Zij en haar hofhouding waren fervente theaterbezoekers, en de toneelstukken van Shakespeare werden regelmatig opgevoerd aan het koninklijk hof. Dit beschermheerschap gaf Shakespeare een vaste bron van inkomsten en stelde hem in staat zich op zijn schrijven te concentreren.
2. Samenwerking: Tijdens de Elizabethaanse periode was het gebruikelijk dat toneelschrijvers samenwerkten aan het schrijven van toneelstukken. Shakespeare werkte aan verschillende van zijn toneelstukken samen met andere toneelschrijvers, zoals Thomas Dekker en Thomas Middleton. Door deze samenwerking kon hij ideeën delen en feedback krijgen op zijn werk, wat mogelijk heeft bijgedragen aan zijn productiviteit.
3. Populariteit van het theater: Het theater werd steeds populairder tijdens de Elizabethaanse periode, en Londen was de thuisbasis van een bloeiende theaterscene. De toneelstukken van Shakespeare waren populair bij het publiek en hij kon een succesvolle carrière als toneelschrijver opbouwen. Door het succes van zijn toneelstukken kon hij doorgaan met het schrijven en produceren van nieuwe werken.
4. Persoonlijke motivatie: Shakespeare was een toegewijde en gepassioneerde schrijver en hij had een sterk verlangen om grote kunstwerken te maken. Zijn persoonlijke motivatie en toewijding aan zijn vak hebben mogelijk bijgedragen aan zijn hoge productiviteit.