2. Vermogen: Shakespeare verdiepte zich vaak in de corrumperende invloed van macht en de impact ervan op individuen en de samenleving.
3. Ambitie: Het nastreven van macht en ambitie, en de gevolgen daarvan, is een ander terugkerend thema in de toneelstukken van Shakespeare.
4. Verraad: Het verraad van vertrouwen, vriendschap en loyaliteit speelt een belangrijke rol in veel tragedies en komedies van Shakespeare.
5. Wraak: Het thema wraak, gedreven door een verlangen naar gerechtigheid of vergelding, komt veel voor in verschillende werken van Shakespeare.
6. Waanzin en waanzin: Shakespeare onderzocht de complexiteit van psychische aandoeningen, waanzin en psychologische inzinkingen als plotmiddelen.
7. Lot versus vrije wil: Het samenspel tussen individuele keuzes en de vooraf bepaalde lotloop is een centraal thema in veel toneelstukken van Shakespeare.
8. Sociale klasse: Shakespeare gaf vaak commentaar op de rigide sociale hiërarchie van zijn tijd en de strijd waarmee personages uit verschillende sociale klassen te maken kregen.
9. Geslachtsrollen: Geslachtsrollen, verwachtingen en maatschappelijke normen voor vrouwen en mannen werden vaak onderzocht in de werken van Shakespeare.
10. Uiterlijk versus realiteit: Shakespeare portretteerde de discrepantie tussen hoe dingen lijken en hun ware aard, waarbij hij zich verdiepte in thema's als bedrog en illusie.
11. Tijd: Het verstrijken van de tijd, de vluchtige aard van het leven en de impact van de tijd op individuen en gebeurtenissen spelen een prominente rol in de toneelstukken van Shakespeare.
12. Natuur en Milieu: Shakespeare gebruikte natuurlijke elementen en beelden om emotionele toestanden te symboliseren, gebeurtenissen te voorspellen en sfeer te creëren.
13. Justitie: Vragen over rechtvaardigheid, moraliteit en de gevolgen van iemands daden worden in de werken van Shakespeare onderzocht.
14. Tragedie en komedie: Shakespeare blonk uit in het combineren van elementen van tragedie en komedie in hetzelfde stuk.
15. Het bovennatuurlijke: Shakespeare verwerkte bovennatuurlijke elementen zoals geesten, heksen en feeën om thema's buiten het rijk van de natuurlijke wereld te verkennen.
Deze thema's sluiten elkaar niet uit en kruisen elkaar vaak in de toneelstukken van Shakespeare, wat de diepgang en complexiteit van zijn schrijven aantoont.