1. Theaterinkomsten:Shakespeare's werk als toneelschrijver en acteur leverde hem een aanzienlijk inkomen op. Elke keer dat zijn toneelstukken werden opgevoerd, ontving hij een deel van de winst. Naarmate zijn populariteit groeide en zijn toneelstukken succesvoller werden, stegen zijn inkomsten uit het theater aanzienlijk.
2. Koninklijk patronaat:Shakespeare's talent trok de aandacht van invloedrijke beschermheren, met name het koninklijk hof. Koningin Elizabeth I, en later koning James I, verleenden hem de titel van 'Bruidegom van de Kamer', waardoor hij een vast salaris, land en andere voordelen kreeg. Koninklijk patronaat zorgde ervoor dat Shakespeare financiële stabiliteit en erkenning kreeg.
3. Investeringen en onroerend goed:Shakespeare investeerde wijselijk zijn inkomsten in verschillende ondernemingen. Hij kocht onroerend goed, waaronder het landgoed New Place in Stratford-upon-Avon, zijn geboorteplaats. Deze investeringen droegen bij aan zijn rijkdom en stelden hem in staat een comfortabel leven te leiden.
Dankzij Shakespeares roem, populariteit en intelligente financiële beslissingen kon hij na zijn dood in 1616 aanzienlijke rijkdommen vergaren en een aanzienlijk landgoed voor zijn familie achterlaten.