* "Mijn vak is een mes dat ik moet slijpen,/Om de schors af te snijden voor schors zoek ik..." - De timmerman vergelijkt zijn vaardigheid met houtbewerking met het mes dat in zijn vak wordt gebruikt.
Alliteratie :
"Een houten wig om het breed te splijten..." -Het gebruik van "w" creëert een sissend effect dat het geluid suggereert van hout dat wordt gespleten
"Ik voel het houtstof in mijn keel..." - Alliteratie in "houtstof" geeft het fysieke ongemak en de hardheid weer die de spreker ervaart
Personificatie :
"Ik houd zijn humeur tegen het licht." - Een aspect van "temper" van een mes geven aan het "hout zelf.