Tituba's gevoelens jegens Parris worden grotendeels gevormd door haar geloof in zijn religieuze autoriteit en haar verlangen naar een gevoel van verbondenheid binnen de gemeenschap. Ze kijkt tegen hem op als een geestelijk leider en verwijst vaak met respect naar hem, waarbij ze hem 'Meester' of 'Eerwaarde' noemt. Naarmate het stuk vordert, worden Tituba's gevoelens jegens Parris echter steeds gespannener door de gebeurtenissen die zich in Salem afspelen.
Terwijl de beschuldigingen van hekserij escaleren en de gemeenschap in chaos vervalt, komt Tituba in een gevaarlijke situatie terecht. Ze probeert aanvankelijk zichzelf en Abigail te beschermen door te bekennen dat ze hekserij beoefent, maar later beseft ze de ernst van haar daden en probeert ze haar bekentenis te herroepen. Parris is echter vastbesloten Tituba als bewijs te gebruiken om zijn gezag te versterken en de controle binnen de gemeenschap te behouden.
Tituba's groeiende desillusie over Parris wordt duidelijk wanneer ze hem confronteert met zijn hypocrisie en gebrek aan medeleven. Ze trekt zijn morele integriteit in twijfel en beschuldigt hem ervan gedreven te worden door hebzucht en macht in plaats van door oprechte religieuze overtuiging. Tituba's wrok jegens Parris culmineert in haar beslissing om uit Salem te ontsnappen en vrijheid te zoeken van de onderdrukkende krachten die haar leven bedreigen.
Samenvattend:Tituba's gevoelens jegens Parris in "The Crucible" veranderen van bewondering en loyaliteit naar desillusie en wrok naarmate ze zich bewust wordt van zijn tekortkomingen en de onrechtvaardige behandeling die ze van hem en de gemeenschap krijgt.