Waarom vergeleek de auteur van sonnet xviii schoonheid van een vrouw met de zomer?
In Sonnet XVIII gebruikt William Shakespeare de vergelijking van de schoonheid van een vrouw met de zomer als een middel om de vluchtige en vergankelijke aard van zowel schoonheid als het leven zelf over te brengen. Net zoals de zomer, met al zijn levendige schoonheid, voorbestemd is om te vervagen en plaats te maken voor herfst en winter, zo neemt ook de menselijke schoonheid onvermijdelijk af met het verstrijken van de tijd. De spreker van het gedicht benadrukt de urgentie van het waarderen en koesteren van schoonheid in het huidige moment, voordat deze vervaagt en een "zomercontract" wordt dat is verlopen.
Door deze parallel te trekken tussen de schoonheid van een vrouw en de zomer benadrukt Shakespeare de bitterzoete realiteit dat alle mooie en plezierige dingen in het leven uiteindelijk vergankelijk zijn. Deze reflectie op de vergankelijkheid van schoonheid dient ook als herinnering aan de sterfelijkheid en tijdelijkheid van het menselijk bestaan. Het gedicht draagt dus een filosofische boodschap over de noodzaak om de vluchtige momenten van schoonheid en vreugde in het leven te omarmen en te vieren, terwijl de onvermijdelijkheid van verandering en verval wordt erkend.