Een ander voorbeeld van het gebruik van ‘stint’ in de toneelstukken van Shakespeare is in The Tempest (Act I, Scene 2), wanneer Prospero tegen Ariël zegt:‘Gij dient mij wel, en gij doet niet, goed; Gij liegt, gij schertst, en je bent wreed of zacht, een duivel, een geboren duivel, aan wiens natuur voeding nooit kan blijven hangen aan wie mijn pijn, menselijk of goddelijk, vreemd lijkt, geschonken. Maar hou je van mij? meester? ik wel." Prospero antwoordt:'Dan is uw liefde een bittere kwelling; O! had ik u maar nooit ontmoet! Stint u, en laat uw vloed, de plaag, stint vloeien.' Hier zegt Prospero tegen Ariël dat hij moet stoppen met praten en zijn daden moet stopzetten.
Het woord 'stint' is een relatief ongebruikelijk woord in het moderne Engels, maar het wordt nog steeds gebruikt in een aantal idiomatische uitdrukkingen, zoals 'een einde maken aan' en 'een limiet stellen aan'.