De meeste mensen in Londen in de 16e en 17e eeuw woonden op loopafstand van de theaters van de stad. Ze konden door de straten van de stad naar het theater lopen, wat de handigste en goedkoopste manier van reizen was.
Voor degenen die in de buitenwijken van Londen of in de nabijgelegen provincies woonden, konden ze te paard of per boot naar het theater reizen.
De rivier de Theems was in de tijd van Shakespeare een belangrijke transportroute in Londen, en veel mensen zouden een boot naar het theater nemen als ze op de zuidelijke oever van de rivier woonden.
Er waren ook paardenkoetsen beschikbaar, maar deze waren relatief duur en werden niet zo veel gebruikt als wandelen of varen.
Pas in het laatste deel van de 17e eeuw werden openbare postkoetsen en hackney-koetsen gebruikelijker en vormden ze een alternatief voor wandelen, paardrijden en varen voor degenen die naar het theater wilden reizen.