Hier zijn enkele belangrijke kenmerken die vaak worden geassocieerd met Ibsen-heldinnen:
1. Onafhankelijkheid: Ibsen-heldinnen dagen vaak maatschappelijke conventies uit, tonen onafhankelijkheid van denken en zoeken persoonlijke vrijheid en vervulling. Ze tarten misschien de traditionele rollen die aan het einde van de 19e eeuw aan vrouwen werden toegekend, en bevrijdden zich van restrictieve sociale normen.
2. Kracht en veerkracht: Ibsen-heldinnen worden vaak afgeschilderd als wilskrachtige en veerkrachtige vrouwen. Ze worden vastberaden geconfronteerd met tegenslagen en worstelingen, zelfs als ze worden geconfronteerd met maatschappelijke druk of persoonlijke offers.
3. De natuur in twijfel trekken: Veel Ibsen-heldinnen zijn nieuwsgierig, opmerkzaam en bereid de bestaande sociale, morele en religieuze waarden van hun tijd in twijfel te trekken. Ze dagen autoriteit uit en zoeken de waarheid, ongeacht de gevolgen.
4. Complexiteit en innerlijke conflicten: De vrouwelijke karakters van Ibsen zijn vaak complex en goed ontwikkeld. Ze worstelen met interne strijd, dilemma's en conflicten tussen maatschappelijke verwachtingen en individuele verlangens.
5. Emancipatie van maatschappelijke beperkingen: Ibsens heldinnen vertegenwoordigen vaak het streven naar emancipatie van maatschappelijke beperkingen, zoals gendernormen, klassenongelijkheid of verstikkende gezinsstructuren. Door hun handelen streven zij naar persoonlijke autonomie en keuzevrijheid.
6. Subversieve rollen: Ibsen-heldinnen ondermijnen soms de traditionele genderrollen en stellen de verwachtingen die aan vrouwen worden gesteld ter discussie. Ze laten hun keuzevrijheid gelden en weigeren zich te conformeren aan de maatschappelijke verwachtingen, waardoor spanningen ontstaan binnen hun respectievelijke sociale kringen.
7. Tragische lotgevallen: Veel Ibsen-heldinnen worden geconfronteerd met een tragisch lot of maken moeilijke keuzes die resulteren in persoonlijke offers. Deze uitkomsten illustreren de gevolgen van het trotseren van sociale normen en het rebelleren tegen conventionele maatschappelijke structuren.
8. Feministische iconografie: Ibsens weergave van sterke en onafhankelijke vrouwelijke karakters maakte ze tot iconische symbolen van de vrouwenrechten en feministische bewegingen in zijn tijd en daarna.
Voorbeelden van opmerkelijke Ibsen-heldinnen zijn onder meer Nora in 'A Doll's House', Hedda Gabler in 'Hedda Gabler', Rebecca West in 'Rosmersholm' en Ellida Wangel in 'The Lady from the Sea'. Elk personage belichaamt unieke aspecten van het archetype ‘Ibsen-heldin’ en draagt bij aan Ibsens verkenning van verschillende sociale en psychologische thema’s.
Over het geheel genomen verwijst de term 'Ibsen-heldin' naar de veelzijdige, wilskrachtige en vaak rebelse vrouwelijke personages die de wereld van Henrik Ibsens toneelstukken bevolken en generaties lang de literaire analyse, het feministische discours en de theatrale uitbeelding beïnvloeden.