Gebaseerd op eerdere mondelinge overlevering vertelt het Nibelungenlied over de tragische avonturen van het Bourgondische hof in Worms. De belangrijkste historische figuren in het gedicht zijn eigenlijk Bourgondiërs uit de 5e eeuw, maar een groot deel van het gedicht is gebaseerd op de prehistorische Duitse mythologie en folklore, en toont in zijn uiteindelijke vorm de invloed van hoofse literatuur en Franse romantiek. Het gedicht is niet alleen opmerkelijk vanwege zijn spannende verhaal en kleurrijke karakters, maar ook vanwege zijn metrische en taalkundige verfijning.
Het Nibelungenlied is verdeeld in 39 delen die bekend staan als ‘avonturen’, elk samengesteld in strofen bestaande uit vier lange regels met variabele cesuren en rijm. Ongeveer 2.400 van deze strofen vormen het omvangrijke werk. Het gedicht opent met de aankomst in Worms van Siegfried, de zoon van Siegmund, de koning van Nederland (tegenwoordig de Lage Landen). Siegfried, een prins met een nobel karakter en enorme fysieke kracht, verleidt en wint de hand van de Bourgondische prinses Kriemhild. Gunther, de koning van Bourgondië en de zwager van Siegfried, wil trouwen met de maagdelijke koningin van IJsland, Brünnhilde. Siegfried heeft Brünnhilde door middel van een list voor Gunther het hof gemaakt, en hij gaat nu met Gunther en zijn mannen naar IJsland om te helpen bij de bruiloft. Brünnhilde gaat in eerste instantie niet akkoord met de eisen van Gunther, maar Siegfried gebruikt opnieuw zijn bovennatuurlijke krachten om haar te onderwerpen en haar onderwerping af te dwingen.
Bij zijn terugkeer naar Worms krijgt Siegfried ruzie met Kriemhild, die het geheim onthult van zijn bedrog door Brünnhilde het hof te maken. De gekwetste trots van Brünnhilde zet haar ertoe aan de moord op Siegfried te beramen, waarbij ze de hulp inroept van Hagen von Tronje, Gunthers meest trouwe vazal. Siegfried wordt vervolgens door Hagen naar het Odenwald gelokt, waar Hagen hem verraderlijk doodsteekt. Het lichaam van Siegfried wordt teruggebracht naar Worms en aan Kriemhild getoond. Kriemhild zweert wraak. Met de hulp van haar tweede echtgenoot, Etzel (Attila de Hun), koning van de Hunnen, nodigt ze de Bourgondiërs uit voor een feest aan haar hof, waar ze de dood van Siegfried wreekt door opdracht te geven tot het afslachten van de Bourgondische gasten. Hagen en Gunther worden gedood, terwijl Kriemhild zelf vervolgens wordt gedood door Hildebrand, de rentmeester van Dietrich von Bern. Het slotgedeelte van het gedicht vertelt hoe Dietrich de overgebleven schatten van de Nibelungen meeneemt naar Worms, waar ze naast het lichaam van Siegfried worden begraven.
De bekendheid van het gedicht groeide snel in de 13e en 14e eeuw, en er bestaan nog steeds minstens 35 manuscripten ervan. Deze manuscripten variëren aanzienlijk, maar ze zijn afgeleid van een gemeenschappelijke bron, die grofweg dateert uit het jaar 1200. Het gedicht werd voor het eerst gedrukt in 1472. De vier opera's van Richard Wagner, gebaseerd op het gedicht:Das Rheingold, Die Walküre, Siegfried en Götterdämmerung ( 1848-1874) – staan in de volksmond bekend als de ‘Ring van de Nibelungen’.