Arts >> Kunst en amusement >  >> Dance >> Dancing Basics

Wat is de dynamische kwaliteit van dans?

1. Forceren: Kracht verwijst naar de energie, het gewicht of de kracht achter een beweging. Het kan licht en zacht zijn, of sterk en krachtig.

2. Tijd: Tijd verwijst naar de duur van een beweging of de snelheid waarmee deze wordt uitgevoerd. Het kan langzaam en aanhoudend zijn, of snel en plotseling.

3. Spatie: Ruimte verwijst naar het gebied dat een danser gebruikt om te bewegen, en de richtingen waarin hij beweegt. Het kan groot en uitgestrekt zijn, of klein en besloten.

4. Stroom: Flow verwijst naar de continuïteit en soepelheid van de bewegingen van een danser. Het kan naadloos en ononderbroken zijn, of gebroken en gefragmenteerd.

5. Ritme: Ritme verwijst naar het bewegingspatroon in de loop van de tijd, vaak in relatie tot muziek. Het kan regelmatig en voorspelbaar zijn, of gesyncopeerd en onverwacht.

6. Vorm: Vorm verwijst naar de posities en oriëntaties van het lichaam in de ruimte. Het kan rond en gebogen zijn, of hoekig en scherp.

7. Textuur: Textuur verwijst naar de algehele kwaliteit of het gevoel van een dansstuk, beïnvloed door verschillende combinaties van de eerder genoemde elementen. Het kan licht en luchtig zijn, of dicht en zwaar.

Deze dynamische kwaliteiten creëren het fysieke vocabulaire van dans, waardoor choreografen en dansers ingewikkelde ideeën en emoties door middel van beweging kunnen uiten.

Dancing Basics

Verwante categorieën