- Gewicht :Het gevoel van zwaarte of lichtheid in de bewegingen van de danser, wat bijdraagt aan de algehele energiedynamiek.
- Ritme :De timing, snelheid en stroom van de bewegingspatronen. Dynamische variaties kunnen worden gecreëerd door het ritme te veranderen of te accentueren.
- Dwingen :De intensiteit en kracht die wordt toegepast op bewegingen, wat leidt tot dramatische of zachte uitdrukkingen.
- Stroom :De soepelheid, vloeibaarheid of abruptheid bij de overgang tussen bewegingen.
- Articulatie :De precisie, helderheid en duidelijkheid bij het uitvoeren van bewegingen, die bijdragen aan de dynamische variaties.
Door deze elementen te manipuleren kunnen dansers en choreografen dynamische voorstellingen maken die een scala aan emoties overbrengen, dramatische spanning creëren, de expressiviteit vergroten en het publiek betrekken.