De belangrijkste kenmerken van de episodische structuur in dans zijn onder meer:
Sequentiële organisatie :De dans is georganiseerd in afzonderlijke episoden die op elkaar voortbouwen of elkaar opvolgen. Elke sectie kan nieuwe personages, conflicten of situaties introduceren.
Thematische eenheid :Hoewel elke aflevering zijn unieke focus of verhaal kan hebben, behoudt de algehele dans de thematische samenhang. Terugkerende motieven, bewegingssequenties of karakters kunnen de afleveringen met elkaar verbinden.
Dramatische vooruitgang :De reeks afleveringen is gestructureerd om een gevoel van voortgang te geven, wat leidt tot een climax of oplossing. Het verhaal ontvouwt zich geleidelijk, waardoor anticipatie en betrokkenheid bij het publiek ontstaat.
Gebruik van gevarieerde beweging :Elke aflevering kan vergezeld gaan van onderscheidende bewegingen, snelheden en dansstijlen, waardoor een rijk visueel tapijt ontstaat dat het evoluerende verhaal weerspiegelt.
Karakterweergave :In dansen met personages of rollen zorgt de episodische structuur voor een duidelijke ontwikkeling van de reis en conflicten van elk personage.
Overgangen :Overgangsmomenten verbinden de verschillende afleveringen, waardoor vloeiende overgangen tussen scènes of gebeurtenissen mogelijk zijn. Overgangen kunnen veranderingen in de belichting, de toneelopstelling of de bewegingskwaliteit met zich meebrengen om een verschuiving in het verhaal aan te geven.
De episodische structuur geeft choreografen de vrijheid om ingewikkelde verhalen te presenteren die verder gaan dan louter opeenvolgingen van stappen. Door afleveringen te maken die zowel onafhankelijk als collectief werken, kunnen dansers complexe emoties, relaties en thema's effectief communiceren door middel van beweging en verhalen. Het maakt de verkenning van de innerlijke reizen van personages en de voortgang van de plot van een dans mogelijk, waardoor het een veelgebruikte techniek wordt in hedendaagse dans, musicals en theatervoorstellingen.