1. Basisstap
- Partners kijken elkaar aan met de armen langs hun lichaam.
- De man legt zijn linkerhand op de rechterschouder van de vrouw en de vrouw legt haar rechterhand op de linkerschouder van de man.
- Ze stappen met hun linkervoet naar voren en tikken met hun rechtervoet naar voren.
- Vervolgens stappen ze met hun rechtervoet naar voren en tikken met hun linkervoet vooraan.
- Daarna stappen ze weer met de linkervoet naar voren en met de rechtervoet opzij, waarbij ze een kwartslag naar links maken.
- De stap wordt vervolgens herhaald met de andere voet, naar rechts.
- De dansers herhalen de stappen en gaan gaandeweg vooruit.
2. Draai stap
- De man legt zijn rechterhand op de linkerschouder van de vrouw en de vrouw legt haar linkerhand op de rechterschouder van de man.
- Ze stappen op hun rechtervoet naar voren en draaien tegelijkertijd met de klok mee, zodat de vrouw de tegenovergestelde kant op kijkt.
- Vervolgens stappen ze terug op hun linkervoet en draaien ze tegen de klok in naar de oorspronkelijke positie.
- De stap wordt herhaald, deze keer beginnend op de linkervoet en tegen de klok in draaiend in een spiegelbeeld van het eerste deel van de stap.
3. Kruisstap
- De man en de vrouw kijken elkaar aan met gevouwen handen.
- Ze doen een stap naar rechts met hun rechtervoet, kruisen deze voor de linkervoet en stappen dan met de linkervoet naar voren.
- Ze herhalen de stap aan de linkerkant.
4. Draaistap
- De man houdt beide handen van de vrouw in de zijne en draait haar zo vaak rond als het lied toelaat.
- Aan het einde van de draai trekt de man de vrouw zachtjes terug naar zijn borst.
5. Tagalog Shuffle-stap
- Bij deze solostap blijven het lichaam en de schouder van de man op hun plaats.
- Hij tilt zijn rechterhiel op, buigt zijn knie en schuifelt deze naar links en naar rechts.
- Hij herhaalt de stap met de linkerhiel en vervolgens met beide hielen tegelijkertijd gedurende acht tellen.