De twee belangrijkste categorieën van danssport zijn:Latijn dansen en Standaard dansen. Latin-dansen bevatten ritmes en bewegingen die zijn geïnspireerd door Latijns-Amerikaanse culturen en muziek, terwijl standaarddansen worden gekenmerkt door hun Europese roots en elegante, verfijnde bewegingen.
Prominente Latijns-Amerikaanse dansen zijn onder meer:
1. Cha-Cha-Cha: Bekend om zijn Afro-Cubaanse ritmes, heupbewegingen en snel voetenwerk.
2. Samba: Een levendige Braziliaanse dans met levendige bewegingen, ingewikkeld voetenwerk en ritmische lichaamsisolaties.
3. Paso Doble: Een dramatische en gepassioneerde dans geïnspireerd op het Spaanse stierenvechten, met sterke en scherpe bewegingen en ingewikkeld voetenwerk.
4. Rumba: Een romantische en langzame dans gekenmerkt door sensuele, vloeiende bewegingen en diepe verbondenheid tussen partners.
5. Jive: Een vrolijke en energieke dans die zijn oorsprong vindt in de Verenigde Staten, met snelle en gesyncopeerde stappen, trappen en sprongen.
Aan de andere kant omvatten de standaarddansen:
1. Wals: Een klassieke en sierlijke dans die wordt gekenmerkt door een langzaam tempo, soepele glijbewegingen en elegante rotaties.
2. Tango: Een gepassioneerde en dramatische dans die zijn oorsprong vindt in Argentinië en bekend staat om zijn ingewikkelde voetenwerk, sterke omhelzingen en krachtige lichaamsbewegingen.
3. Weense wals: Vergelijkbaar met de Wals, maar uitgevoerd in een sneller tempo, met snelle bochten, snelle spins en elegante bewegingen.
4. Foxtrot: Een soepele en vloeiende dans die wordt gekenmerkt door lange, ononderbroken stappen, zachte gewichtsoverdrachten en subtiele heupbewegingen.
5. Quickstep: Een vrolijke en complexe dans die zijn oorsprong vond in het begin van de 20e eeuw, met snel en nauwkeurig voetenwerk, ingewikkelde patronen en liften.