1. Flexie Bij heupflexie wordt het heupgewricht gebogen om de dij dichter bij de buik te brengen. Het treedt op wanneer het heupgewricht naar voren buigt.
2. Extensie :Dit is het tegenovergestelde van flexie, waarbij het heupgewricht wordt gestrekt om de dij van de buik af te bewegen. Het been beweegt terug naar zijn oorspronkelijke positie.
3. Ontvoering :Heupabductie is een beweging waarbij het been in het frontale vlak van de middellijn van het lichaam wordt weg bewogen. Het gaat om het naar de zijkant uittrekken van het been.
4. Adductie :In tegenstelling tot abductie brengt heupadductie het been dichter bij de middellijn van het lichaam in het frontale vlak. Het gaat om het terugbrengen van het been naar de oorspronkelijke positie.
5. Interne rotatie :Deze beweging roteert het heupgewricht naar binnen zodat de voet naar de andere heup draait.
6. Externe rotatie Bij externe rotatie wordt het heupgewricht naar buiten gedraaid, waardoor de voet van de andere heup af wijst.
7. Circumductie :Dit is een combinatie van alle bewegingen, waarbij het been in een cirkelvormige baan beweegt, inclusief flexie, abductie, extensie en adductie.
Deze bewegingen worden mogelijk gemaakt door de ingewikkelde opstelling van spieren, pezen, ligamenten en botten die het heupgewricht vormen, waardoor het een van de meest veelzijdige en cruciale gewrichten in het menselijk lichaam is.