Ik woon in jouw keuken, in jouw muren ben ik overal, ik ben overal
Je kunt niet van me af komen, ik ben te sterk (refrein) Ik ben een kakkerlak, ik ben een kakkerlak
Ik ben de koning van de keuken, de heerser van de muren. Ik ben overal, ik ben overal
Je kunt niet van mij afkomen, ik ben te sterk
(Vers 2)
Ik eet je eten, ik drink je water
Ik ben een plaag, ik ben hinderlijk, ik ben een kakkerlak
Je probeert me te vermoorden, maar ik blijf maar terugkomen
Ik ben als een nare droom, ik ben een nachtmerrie, ik ben een kakkerlak
(Koor)
Ik ben een kakkerlak, ik ben een kakkerlak
Ik ben de koning van de keuken, de heerser van de muren
Ik ben overal, ik ben overal
Je kunt niet van mij afkomen, ik ben te sterk
(Brug)
Je denkt misschien dat je schoon bent, maar dat is niet zo
Ik ben in jouw huis, ik ben in jouw bed
Ik hou je in de gaten, ik wacht op mijn kans
Ik ben een kakkerlak en ik kom achter jou aan
(Koor)
Ik ben een kakkerlak, ik ben een kakkerlak
Ik ben de koning van de keuken, de heerser van de muren
Ik ben overal, ik ben overal
Je kunt niet van mij afkomen, ik ben te sterk