1. Traditionele jazz: Dit verwijst naar de eerdere vormen van jazzmuziek die zich eind 19e en begin 20e eeuw ontwikkelden. Traditionele jazz wordt gekenmerkt door een collectieve improvisatiebenadering, waarbij muzikanten samenkomen en spontaan muziek creëren op basis van een gemeenschappelijke akkoordprogressie of melodie. Het bevat vaak instrumenten zoals de trompet, klarinet, saxofoon, piano en contrabas. Enkele populaire stijlen binnen de traditionele jazz zijn onder meer Dixieland, New Orleans-jazz en ragtime.
2. Moderne jazz: Moderne jazz ontstond halverwege de 20e eeuw als een afwijking van de traditionele jazz. Het wordt gekenmerkt door complexere harmonieën, ritmes en improvisatiestructuren. Bij moderne jazz wordt vaak geëxperimenteerd met verschillende muziekstijlen, waaronder klassieke muziek, volksmuziek en elektronische muziek. Enkele opmerkelijke stijlen binnen de moderne jazz zijn bebop, cool jazz, hardbop, free jazz en fusion.
Deze twee categorieën dienen als brede classificaties voor het enorme aanbod aan jazzmuziek dat bestaat. Het is echter de moeite waard om op te merken dat de grenzen tussen verschillende jazzstijlen vaak vervagen, en dat veel jazzmuzikanten en bands invloeden uit meerdere stijlen halen, waardoor unieke en eclectische geluiden ontstaan.