1. Improvisatie: Jazzmuzikanten improviseren vaak, of verzinnen ter plekke muziek terwijl ze spelen. Dit is een van de dingen die jazz uniek en spannend maken.
2. Syncopatie: Jazz maakt vaak gebruik van syncopen, waarbij de accenten in de muziek niet op de verwachte beats terechtkomen. Dit kan een gevoel van spanning en opwinding creëren.
3. Bel en antwoord: Jazzmuzikanten spelen vaak call and response, waarbij de ene muzikant een zin speelt en de anderen reageren met een soortgelijke zin. Dit kan een gevoel van gesprek tussen de muzikanten creëren.
4. Blauwe noten: Jazz maakt vaak gebruik van blauwe noten, dit zijn noten die enigszins vlak of scherp zijn in vergelijking met de noten in een traditionele toonladder. Dit kan een gevoel van verdriet of verlangen creëren.
5. Schommelen: Jazz heeft vaak een swinggevoel, een springerig, ritmisch gevoel. Dit wordt gecreëerd door noten iets voor of achter de tel te spelen.
6. Polyritmen: Jazz maakt vaak gebruik van polyritmes, dit zijn twee of meer verschillende ritmes die tegelijkertijd worden gespeeld. Dit kan een gevoel van complexiteit en interesse creëren.
7. Zangtechnieken: Jazzvocalisten gebruiken vaak een verscheidenheid aan vocale technieken, zoals scatzang, grommen en falset. Deze technieken kunnen helpen om een expressievere en emotionelere uitvoering te creëren.