* gehoorzaam - gehoorzaam
* gehoorzamen - gehoorzamen
* zwaarlijvig - zwaarlijvig
* doelstelling - doelstelling
* voorwerp - voorwerp
* verplicht - verplicht
* werk - werk
* arbeider - arbeider
* observeren - observeren
* verkrijgen - verkrijgen
* duidelijk - duidelijk
* gelegenheid - gelegenheid
* westelijk - westelijk
* oceaan - oceaan
* tachtig - tachtig
* acht - acht
* inactief - inactief
* verbergen - verbergen
* voorkomen - gebeuren
* odiar - haten
* haat - haat
* tandheelkunde - tandheelkunde
* west - west
* beledigen - beledigen
* overtreding - overtreding
* aanbieding - aanbieding
* bieden - aanbieden
* kantoor - kantoor
* officieel - officieel
*handel - kantoor
* oor - oor
* oír - horen
* eten - hopelijk
* dag - oog
* golf - golf
*oler - ruiken
* vergeten - vergeten
* olympisch - olympisch
* navel - navel
*omega-omega
* onheilspellend - onheilspellend
* weglating - weglating
* weglaten - weglaten
* almachtig - almachtig
*bus-bus