1. As en baan van de aarde :
Zowel de zonnewendes als de equinoxen zijn het resultaat van de gekantelde as van de aarde. Terwijl de aarde rond de zon draait, blijft de as in een hoek van ongeveer 23,5 graden gekanteld. Deze kanteling zorgt ervoor dat verschillende delen van de aarde op verschillende tijdstippen van het jaar min of meer direct zonlicht ontvangen.
2. Zonnewendes (zomer en winter) :
Tweemaal per jaar vindt een zonnewende plaats, waarbij de langste en kortste dagen van het jaar worden gemarkeerd. De zomerzonnewende vindt plaats rond 21 of 22 juni en markeert de langste dag en de kortste nacht op het noordelijk halfrond. Omgekeerd vindt de winterzonnewende plaats rond 21 of 22 december, wat de kortste dag en de langste nacht met zich meebrengt.
3. Equinoxen (lente en herfst) :
Equinoxen komen twee keer per jaar voor, wat betekent dat dag en nacht gelijk zijn. De lente-equinox vindt plaats rond 20 of 21 maart en markeert het begin van de lente op het noordelijk halfrond. De herfstnachtevening vindt plaats rond 22 of 23 september, wat het begin van de herfst betekent.
4. Seizoensverschuivingen :
De zonnewendes en equinoxen markeren de keerpunten in de seizoenen. Terwijl de aarde in haar baan beweegt en wisselende hoeveelheden zonlicht ervaart, duiden deze hemelse gebeurtenissen op significante veranderingen in de lengte van het daglicht, temperatuurpatronen en weersomstandigheden.
5. Astronomische betekenis :
Astronomisch gezien zijn de zonnewendes en equinoxen verbonden met de zonnewendes en equinoxen van de aarde in relatie tot de zon. Tijdens de zomerzonnewende ervaren de subpolaire gebieden binnen de poolcirkel continu daglicht (middernachtzon), terwijl het tegenovergestelde gebeurt in de zuidpoolcirkel. Tijdens de winterzonnewende ervaren de poolgebieden poolnacht, waarbij de zon gedurende een langere periode onder de horizon blijft.
6. Mondiale effecten :
De zonnewendes en equinoxen hebben culturele, historische en ecologische implicaties. Ze beïnvloedden de kalenders, festivals en religieuze vieringen van oude beschavingen. Veel oude monumenten, zoals Stonehenge, zijn bijvoorbeeld uitgelijnd met de posities van de zon tijdens zonnewendes en equinoxen.
Concluderend kunnen we stellen dat de zonnewende en de equinox qua astronomische oorsprong verwant zijn, aangezien ze allemaal producten zijn van de axiale kanteling van de aarde en haar baan rond de zon. Ze spelen een cruciale rol bij het vormgeven van seizoenen en het beïnvloeden van dag- en nachtlengtes. Deze astronomische gebeurtenissen hebben zowel wetenschappelijke als culturele betekenis en blijven samenlevingen over de hele wereld fascineren en beïnvloeden.