1. Het oude Griekenland (5e eeuw voor Christus):In het oude Griekenland stond dans hoog aangeschreven en werd het beschouwd als een integraal onderdeel van theater, religieuze rituelen en festivals. De Grieken ontwikkelden verschillende dansvormen, waaronder theatrale dans en sociale dans, en vestigden dans als kunstvorm naast muziek en poëzie.
2. Renaissanceperiode (14e tot 17e eeuw):Tijdens de Renaissance in Europa beleefde dans een heropleving en kreeg het bekendheid als sociale activiteit en vorm van amusement. Er werden danshandleidingen gepubliceerd en professionele dansers begonnen op te treden tijdens hoffuncties en sociale evenementen.
3. Ballet in de 16e eeuw:Ballet ontstond in de 16e eeuw als een aparte kunstvorm, voornamelijk geassocieerd met de Italiaanse Renaissance-hoven. Het combineerde theatrale elementen, muziek en dans en werd een gevestigde kunstvorm in Europa.
4. Moderne dans (eind 19e en begin 20e eeuw):Aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw ontstond moderne dans als een beweging die zich losmaakte van het traditionele ballet. Moderne danspioniers als Isadora Duncan en Martha Graham wezen strenge klassieke technieken af en verkenden expressieve, natuurlijke bewegingen.
5. Hedendaagse dans (vanaf midden 20e eeuw):Hedendaagse dans ontstond halverwege de 20e eeuw als een genre dat een breed scala aan stijlen en technieken omvatte, waarbij elementen uit verschillende dansvormen samenvloeiden. Het daagde conventionele grenzen uit en vervaagde de grenzen tussen verschillende dansdisciplines.
Deze ontwikkelingen en bewegingen door de geschiedenis heen hebben bijgedragen aan de erkenning van dans als kunstvorm en de voortdurende evolutie ervan als een expressieve en artistieke praktijk.