Een van de vroegste voorbeelden van dans is te vinden in de rotstekeningen uit de Bhimbetka-schuilplaatsen in centraal India, die dateren uit ongeveer 10.000 voor Christus. Deze rotsschilderingen tonen menselijke figuren die zich bezighouden met verschillende activiteiten, waaronder dansen. De dansers worden getoond terwijl ze elkaars hand vasthouden en cirkels vormen, en het lijkt alsof ze ritmisch op muziek bewegen.
Een ander vroeg voorbeeld van dans is te vinden in Egyptische grafschilderingen uit de periode van het Oude Rijk (rond 2686-2181 v.Chr.). Deze schilderijen tonen dansers die optreden op feesten en andere sociale evenementen. De dansers dragen vaak uitgebreide kostuums en sieraden, en ze lijken zeer bekwaam in hun kunst.
Op basis van deze vroege voorbeelden is het waarschijnlijk dat de eerste dansen werden uitgevoerd voor religieuze of sociale doeleinden. Dans kan gebruikt zijn om vreugde uit te drukken, om verhalen te vertellen of om verbinding te maken met het goddelijke. In de loop van de tijd ontwikkelde dans zich tot een complexere kunstvorm en werd het een belangrijk onderdeel van veel culturen over de hele wereld.
Tegenwoordig wordt dans genoten door mensen van alle leeftijden en culturen. Het is een manier om jezelf te uiten, contact te maken met anderen en gewoon plezier te hebben. Dans is een geschenk dat van generatie op generatie is doorgegeven, en het blijft een essentieel onderdeel van de menselijke cultuur.