* Stomme films waren tijdens de Eerste Wereldoorlog de belangrijkste vorm van bioscoopvermaak.
* Populaire films waren onder meer komedies, drama's en films met oorlogsthema.
* Charlie Chaplin was destijds een prominent figuur in de filmindustrie.
Muziek:
* Ragtime en jazz waren tijdens de oorlog populaire muziekgenres.
* Componisten als Irving Berlin en George M. Cohan creëerden patriottische liederen om het moreel op te krikken.
* Muziekzalen en vaudeville-shows waren gebruikelijke vormen van muzikaal amusement.
Liveoptredens:
* Variétéshows, pantomimes en burleske uitvoeringen waren populair.
* Komieken, goochelaars en acrobaten vermaakten de troepen.
* "Khaki revues" waren patriottische variétéshows uitgevoerd door soldaten.
Theater- en toneelproducties :
* Toneelstukken en musicals waren veel voorkomende vormen van amusement.
*Komedies en drama's werden op grote schaal opgevoerd, maar muzikale komedies wonnen aan populariteit.
* Acteurs en actrices toerden om soldaten aan de frontlinie te vermaken.
Sport en spel :
* Voetbal en cricket waren populaire sporten onder de troepen.
* Boks- en worstelwedstrijden waren ook veel voorkomende vormen van amusement.
* Kaartspellen en gezelschapsspellen waren populaire vrijetijdsbestedingen.
Kranten en tijdschriften voor soldaten :
* Soldaten creëerden hun eigen kranten en tijdschriften om nieuws, humor en verhalen te delen.
* Deze publicaties hielpen het moreel te vergroten en zorgden voor een gemeenschapsgevoel.