1. Netheid en orde :Melvin is extreem geobsedeerd door netheid en orde. Hij heeft een strikte dagelijkse routine met rituelen zoals het dwangmatig wassen van zijn handen, het gebruik van aparte handdoeken voor verschillende lichaamsdelen en het hebben van een specifieke manier om zijn bezittingen te ordenen. Elke afwijking van zijn routines veroorzaakt ernstige angst.
2. Angst voor ziektekiemen :Melvin heeft een intense angst voor ziektekiemen en besmetting. Hij houdt zijn appartement vlekkeloos schoon, draagt handschoenen om het aanraken van oppervlakken te vermijden en vermijdt elke interactie waarbij hij wordt blootgesteld aan vuil of bacteriën.
3. Intolerant voor lawaai en wanorde :Melvin is zeer gevoelig voor lawaai en wanorde. Hij bedekt zijn oren wanneer hij wordt blootgesteld aan harde geluiden en raakt geïrriteerd door rommelige of ongeorganiseerde omgevingen.
4. Starre gewoonten en routines :De dwanghandelingen van Melvin strekken zich uit tot zijn dagelijkse gewoonten. Hij heeft voor alles een specifiek schema, van wakker worden tot eten en werken. Elke verstoring van zijn routines veroorzaakt aanzienlijk leed.
5. Sociale vermijding :Melvins dwanghandelingen leiden ook tot sociale vermijding. Hij heeft weinig tolerantie voor sociale interacties en vermijdt vaak situaties waarin hij andere mensen zou kunnen tegenkomen. Dit isolement verergert zijn dwanghandelingen en maakt het voor hem een uitdaging om een normaal leven te leiden.
6. Behoefte aan geruststelling :Melvin zoekt voortdurend geruststelling bij zijn buurman Simon Bishop over de juistheid van zijn daden. Hij twijfelt aan zichzelf en vertrouwt vaak op de validatie van Simon om zijn gedachten en gedrag te bevestigen.
Deze dwanghandelingen hebben niet alleen invloed op Melvins persoonlijke leven, maar ook op zijn relaties en vermogen om in de samenleving te functioneren. Naarmate het verhaal vordert, begint hij langzaam zijn dwanghandelingen te overwinnen met behulp van zijn interacties met de mensen om hem heen.