1. Oppervlakkigheid: Holden beschouwt films als oppervlakkig en niet authentiek. Hij gelooft dat ze een geïdealiseerde en vervormde versie van de werkelijkheid presenteren en een onrealistisch beeld geven van het leven en relaties. Holden is van mening dat mensen die zich in films onderdompelen, aangetrokken worden tot deze oppervlakkigheid en het contact verliezen met de echte en betekenisvolle aspecten van het leven.
2. Nepkarakters: Holden bekritiseert de personages die in films worden geportretteerd omdat ze kunstmatig zijn en geen diepgang hebben. Hij beschouwt deze karakters als eendimensionaal en missen de complexiteit en authenticiteit van echte mensen. Holden gelooft dat bioscoopbezoekers verstrikt raken in de oppervlakkige charme van deze personages zonder hun gebrek aan inhoud te herkennen.
3. Passiviteit van het publiek: Holden vindt het frustrerend dat mensen zich passief laten vermaken door films. Hij gelooft dat echte betrokkenheid bij kunst en het leven actieve deelname en kritisch denken vereist, en niet de gedachteloze consumptie van voorverpakte inhoud. Holden is van mening dat bioscoopbezoekers bezwijken voor de aantrekkingskracht van passief entertainment en het vermogen verliezen om hun eigen meningen en ervaringen te vormen.
4. Verlies van individualiteit: Holden maakt zich zorgen dat veelvuldig filmkijken kan leiden tot verlies van individuele identiteit. Hij vreest dat mensen beïnvloed worden door de waarden, overtuigingen en gedragingen die in films worden weergegeven, waardoor ze hun eigen unieke perspectieven en persoonlijkheden verliezen. Holden gelooft dat deze conformiteit de creativiteit en persoonlijke groei onderdrukt.
5. Escapisme: Holden beschouwt films als een vorm van escapisme, een manier om de complexiteit en uitdagingen van het echte leven te vermijden. Hij gelooft dat mensen de wereld van de film induiken om te vermijden dat ze met hun eigen problemen of met de ontberingen van het dagelijks bestaan te maken krijgen. Holden beschouwt deze escapistische neiging als schadelijk, omdat het individuen ervan weerhoudt hun persoonlijke worstelingen onder ogen te zien en aan te pakken.
Door zijn kritiek op films en bioscoopbezoekers geeft Holden uiting aan zijn teleurstelling over de waarden en culturele normen van de samenleving. Zijn negatieve houding weerspiegelt zijn verlangen naar authenticiteit, echte menselijke verbinding en een dieper begrip van het leven dat verder gaat dan de oppervlakkigheid en kunstgrepen die hij in films waarneemt.