Surrealistische toneelstukken werden in de jaren twintig en dertig ontwikkeld door een groep Franse schrijvers en kunstenaars, waaronder Antonin Artaud, Roger Vitrac en Robert Desnos. Deze toneelschrijvers werden beïnvloed door de surrealistische beweging in kunst en literatuur, die conventionele opvattingen over de werkelijkheid probeerde af te breken en het onderbewustzijn wilde verkennen.
Surrealistische toneelstukken zijn vaak uitdagend en onconventioneel, en kunnen voor het publiek moeilijk te begrijpen zijn. Ze kunnen echter ook zeer lonend zijn en het publiek een nieuwe manier bieden om de wereld te zien.
Enkele voorbeelden van surrealistische toneelstukken zijn onder meer:
- "De kale sopraan" van Eugene Ionesco
- "Neushoorn" door Eugene Ionesco
- "Wachten op Godot" van Samuel Beckett
- "Het proces" van Franz Kafka
- "Het belang van ernst" door Oscar Wilde
Deze toneelstukken onderzoeken een verscheidenheid aan thema's, waaronder de aard van de werkelijkheid, het onderbewustzijn en de menselijke conditie. Ze zijn allemaal zeer fantasierijk en tot nadenken stemmend, en worden vandaag de dag nog steeds over de hele wereld opgevoerd.