Doen alsof wordt doorgaans gebruikt om te verwijzen naar het aannemen van een valse identiteit of rol. Een kind kan zich bijvoorbeeld voordoen als een dokter of een superheld. Doen alsof kan ook worden gebruikt om te verwijzen naar iemand liegen of bedriegen. Iemand kan bijvoorbeeld doen alsof hij ziek is om zonder werk te komen.
Faken wordt meestal gebruikt om te verwijzen naar het creëren van een valse indruk van iets dat niet echt is. Iemand kan bijvoorbeeld een glimlach faken of lachen om zijn ware gevoelens te verbergen. Faken kan ook worden gebruikt om te verwijzen naar namaak of vervalsing. Iemand kan bijvoorbeeld een handtekening op een document vervalsen.
Over het algemeen wordt doen alsof als onschuldiger beschouwd dan doen alsof. Faken wordt vaak gezien als een ernstiger misdrijf, omdat er sprake kan zijn van bedrog of fraude.
Hier zijn enkele voorbeelden van hoe doen alsof en nep in een zin kunnen worden gebruikt:
* De kinderen deden zich voor als piraten in de achtertuin.
* Hij deed alsof hij ziek was om zonder werk te kunnen komen.
* Ze veinsde een glimlach toen ze haar ex-vriend zag.
*De kunstenaar heeft een schilderij nagemaakt en voor een hoge prijs verkocht.
Het is belangrijk om het juiste woord te gebruiken bij het beschrijven van iemands acties. Doen alsof en doen alsof zijn twee soortgelijke woorden met verschillende betekenissen.