Freud geloofde dat het Oedipuscomplex plaatsvond tijdens de fallische fase van psychoseksuele ontwikkeling, die plaatsvindt tussen de leeftijd van 3 en 6 jaar. Tijdens deze fase geniet een kind van zijn of haar eigen geslachtsdelen. Tegelijkertijd beginnen kinderen zich ook te identificeren met hun ouders van hetzelfde geslacht. Dit leidt tot een verlangen naar de ouder van het andere geslacht en jaloezie jegens de ouder van hetzelfde geslacht.
Het Oedipuscomplex wordt uiteindelijk opgelost wanneer een kind de latentieperiode ingaat. Tijdens deze periode worden de seksuele verlangens van een kind onderdrukt en richten ze zich meer op de sociale en intellectuele ontwikkeling.
Freud geloofde dat het Oedipuscomplex een belangrijk onderdeel was van een gezonde psychologische ontwikkeling. Hij betoogde dat kinderen die het complex niet met succes oplossen, later in hun leven psychische problemen zouden krijgen.