Afbraak van organische materialen: Muziekinstrumenten en andere voorwerpen die verband houden met muziek, zoals trommels, fluiten en rammelaars, zijn vaak gemaakt van organische materialen die na verloop van tijd uiteenvallen. Dit maakt het moeilijk om deze artefacten te vinden en te bestuderen.
Culturele veranderingen en migraties: Naarmate culturen evolueren en migreren, veranderen ook hun muzikale tradities. Dit maakt het moeilijk om de ontwikkeling van muziek in de loop van de tijd te volgen, vooral als er een gebrek is aan geschreven verslagen.
Beperkingen van archeologisch bewijsmateriaal: Archeologische opgravingen kunnen enig inzicht verschaffen in de muzikale praktijken van vroege culturen, zoals de ontdekking van muziekinstrumenten of afbeeldingen van muzikanten in de kunst. Deze bevindingen kunnen echter fragmentarisch zijn en geen volledig beeld geven van hun muzikale tradities.
Subjectieve interpretaties: Bij het interpreteren van archeologisch bewijsmateriaal of historische verslagen kunnen onderzoekers subjectieve oordelen vellen over de betekenis en betekenis van deze bevindingen. Dit kan leiden tot verschillende interpretaties en meningsverschillen onder wetenschappers.
Geheimhouding en exclusiviteit: Sommige muziekpraktijken zijn mogelijk geheim gehouden of beperkt tot bepaalde groepen mensen binnen een samenleving, waardoor het voor buitenstaanders moeilijk wordt om er meer over te weten te komen.