* Sleutel: Het teken aan het begin van elke notenbalk geeft aan op welke noten op de piano uw vinger moet staan. De g-sleutel wordt gebruikt voor noten voor de rechterhand en de bassleutel voor noten voor de linkerhand.
* Opmerkingen: Op een grote notenbalk (twee notenbalken verbonden door een beugel) worden noten weergegeven door gevulde of lege cirkels op lijnen of tussen lijnen. De exacte toonhoogte van een noot hangt af van de sleutel die u gebruikt.
* Duur: De steel en vlaggen die aan een nootkop zijn bevestigd, geven aan hoe lang een noot moet worden gespeeld. Een noot met een steel en twee vlaggen is bijvoorbeeld een kwartnoot, gespeeld gedurende één tel.
* Ongevallen: Dit zijn tekens die de toonhoogte van een noot met een halve stap veranderen, hetzij in de scherpe richting (#) of in de vlakke richting (b).
* Dynamische markeringen: Deze symbolen vertellen je hoe hard of zacht je een bepaald muziekgedeelte moet spelen. Enkele voorbeelden zijn piano (zacht), forte (luid) en crescendo (geleidelijk verhogen van het volume).
* Maatlijnen: Verticale lijnen die de notenbalk verdelen in secties die maten of maten worden genoemd. Elke maat bevat een bepaald aantal tellen, afhankelijk van het metrum van de muziek.
Stap 2:Leer vingerzettingen
Genummerde indicatoren die bij de bankbiljetten zijn afgedrukt, geven aan welke vinger u op welke noot moet gebruiken. De vingers van de rechterhand (solsleutel) zijn als volgt toegewezen:
1. Duim
2. Indexering
3. Midden
4. Bel
5. Pink
Vingertoewijzingen voor de linkerhand (bassleutel):
1. Duim
2. Midden
3. Bel
4. Pink
5. Index (zelden gebruikt)
Stap 3:Leer de juiste maat spelen
Bladmuziek wordt gegroepeerd door verticale lijnen op de notenbalk, die maten of maten worden genoemd. Elke maat bevat een specifiek aantal tellen, dat wordt bepaald door de maatsoort. De maatsoort bevindt zich doorgaans direct na de sleutel aan het begin van een notenbalk.
Er zijn verschillende maatsoorten, maar enkele veel voorkomende zijn:
- 4/4:Vier tellen per maat. Het bovenste getal, '4', geeft aan dat elke maat vier tellen heeft, terwijl het onderste getal, '4', aangeeft dat er een kwartnoot per tel is.
- 2/4:Twee tellen per maat.
- 3/4:Drie tellen per maat.
Stap 4:Oefenen, oefenen, oefenen!
De beste manier om bladmuziek voor piano te leren lezen, is door regelmatig te oefenen met lezen en spelen. Wees niet ontmoedigd als u fouten maakt; dat hoort allemaal bij het leerproces. Hoe meer je oefent, hoe gemakkelijker het zal worden.