De snaren vormen het hart van de viool. Wanneer je de strijkstok over de snaren trekt, creëer je trillingen. Deze trillingen reizen door de brug, in het lichaam van de viool en uit het klankgat. De vorm en constructie van het vioollichaam versterken deze trillingen en zetten ze om in de rijke klanken die je hoort.
Spanning
De spanning van de snaren speelt een grote rol in de klank van de viool. Dikkere snaren zijn losser en produceren lagere toonhoogtes, terwijl dunnere snaren strakker zijn en hogere toonhoogtes produceren. Je kunt de spanning van de snaren aanpassen door aan de stemknoppen op de krul van de viool te draaien.
Buigen
De strijkstok is een ander essentieel onderdeel van de viool. Het is gemaakt van een houten stok, met tussen de uiteinden paardenhaar gespannen. Wanneer je de strijkstok over de snaren trekt, ontstaat er wrijving door het paardenhaar, waardoor de snaren gaan trillen.
Toetsbord
De toets is de smalle strook hout tussen de snaren en de hals. Wanneer u uw vingers op de toets drukt, verandert u de lengte van de trillende snaar, waardoor de toonhoogte van het geluid verandert.
Geluidsgat
Het klankgat is de opening in het lichaam van de viool. Het zorgt ervoor dat de geluidsgolven uit de viool kunnen ontsnappen en de lucht in kunnen.
Lichaam
Het lichaam van de viool is gemaakt van hout. Het versterkt de trillingen van de snaren en geeft de viool zijn karakteristieke klank. Het lichaam is hol en heeft een gebogen vorm, wat helpt om de rijke en complexe klank van de viool te creëren.
Resonantie
Wanneer de snaren trillen, zorgen ze ervoor dat het lichaam van de viool ook trilt. Dit heet resonantie. De resonantie van het vioollichaam helpt het geluid te versterken en het een warme en rijke toon te geven.