1) Door de snaren harder of zachter te tokkelen:Hoe harder de snaar wordt geplukt, hoe luider het geluid zal zijn. Omgekeerd geldt:hoe zachter de snaar wordt aangeslagen, hoe zachter het geluid zal zijn.
2) Door verschillende vingers te gebruiken om de snaren aan te tokkelen:Verschillende vingers hebben verschillende hoeveelheden kracht en controle, wat het volume en de toon van het geluid kan beïnvloeden. Het tokkelen van de snaren met de duim zal bijvoorbeeld een luider geluid produceren dan het tokkelen met de wijsvinger.
3) Door verschillende tokkelpatronen te gebruiken:Door de snaren in verschillende patronen aan te slaan, kunnen verschillende volumes en tonen ontstaan. Een snel, op en neer tokkelpatroon zal bijvoorbeeld een luider geluid produceren dan een langzaam, op en neer tokkelpatroon.
4) Door verschillende stemmingen te gebruiken:De stemming van de ukelele kan ook het volume en de toon van het geluid beïnvloeden. Een ukelele die hoger is gestemd, produceert bijvoorbeeld een helderder, luider geluid dan een ukelele die lager is gestemd.
5) Door verschillende snaren te gebruiken:Het type snaren dat op een ukelele wordt gebruikt, kan ook het volume en de toon van het geluid beïnvloeden. Nylon snaren produceren bijvoorbeeld een warmer, zachter geluid dan stalen snaren.
6) Door verschillende brugposities te gebruiken:De brug van een ukelele is de plek waar de snaren aan het lichaam zijn verankerd. De positie van de brug kan de spanning van de snaren beïnvloeden, wat op zijn beurt het volume en de toon van het geluid kan beïnvloeden. Als u de brug bijvoorbeeld dichter bij het klankgat plaatst, ontstaat er een luider en helderder geluid dan als u de brug van het klankgat af beweegt.
7) Door verschillende capoposities te gebruiken:Een capo is een klein apparaatje dat op de hals van een ukelele kan worden geplaatst om de toonhoogte van de snaren te verhogen. Dit kan een helderder, hoger geluid creëren.