Beethoven was een dove muzikant die symfonieën, sonates en andere werken schreef voor orkest en kamergroepen. Hij begon zijn gehoor te verliezen toen hij eind twintig was en was op 44-jarige leeftijd volledig doof. Ondanks zijn gehoorverlies kon hij in die tijd enkele van zijn beroemdste werken componeren.
Er wordt algemeen aangenomen dat Beethoven muziek bleef componeren omdat het zijn passie was en hij er troost en vreugde in vond. Zijn liefde voor muziek was zo groot dat hij zijn gehoorverlies als een kleine tegenvaller beschouwde. Hij weigerde zich daardoor te laten definiëren en gebruikte het in plaats daarvan als motivatie om nog mooiere en krachtigere muziekwerken te creëren.